NL EN FR DE PL
 

Nacontrole

Het is belangrijk om drie tot vier weken na de abortus een nacontrole te laten doen. Je kunt daarvoor naar je eigen huisarts gaan, maar het kan ook bij onze kliniek.
De nacontrole door onze kliniek zal meestal telefonisch zijn. In een aantal gevallen maken we een afspraak met je om naar de kliniek te komen.
Dit is als:

  • er aansluitend aan de dagbehandeling een spiraal is geplaatst;
  • je na de abortuspil een spiraal wilt laten plaatsen;
  • je (aanhoudende) klachten hebt of als er complicaties zijn (geweest).

Telefonische nacontrole

Op de dag van de nacontrole doe je thuis een zwangerschapstest. De arts of verpleegkundige belt je op of rond het afgesproken tijdstip. Let er op dat je goed bereikbaar bent en dat je ergens bent waar het rustig is en je vrijuit kunt praten. Wij bellen met een anoniem nummer.

We bespreken met je of je lichamelijk goed hersteld bent en of je (nog) klachten hebt. Ook je emotionele gesteldheid en de verwerking van de abortus komen aan de orde. Daarnaast besteden we aandacht aan het gebruik van anticonceptie.

Nacontrole in de kliniek

De arts of verpleegkundige voert een zwangerschapstest uit en maakt daarna een echo om te zien of alles in orde is. Als je dat wilt, kan er ook (binnen de eerste menstruatiecyclus kosteloos) een spiraal of hormoonstaafje bij je geplaatst worden. De kosten van het anticonceptiemiddel moet je wel betalen.

We bespreken met je of je lichamelijk goed hersteld bent en of je (nog) klachten hebt. Ook je emotionele gesteldheid en de verwerking van de abortus komen aan de orde. Daarnaast besteden we aandacht aan het gebruik van anticonceptie.

Positieve zwangerschapstest/restweefsel

Het komt wel eens voor dat de zwangerschapstest bij de nacontrole nog steeds positief is. De oorzaak is dan meestal een restje zwangerschapsweefsel dat in de baarmoeder is achtergebleven na de behandeling. Alleen in zeldzame gevallen is er sprake van een doorgaande zwangerschap. De kans op restweefsel na een abortuspil is ca 5-6%. De kans op restweefsel na een zuigcurettage is ca 1-2%. In deze gevallen besluit de arts in overleg met jou of er aanvullende medicatie of een (her)curettage nodig is.